Afgelopen zondagavond overleed Jan Merenga, bijna zevenenzeventig jaar oud.
Mijn vrouw, die vrijwilligerswerk doet bij De Open Hof, een opvanghuis voor dak- en thuislozen aan de Spilsluizen in Groningen, kreeg afgelopen dinsdag een mailtje waarin zijn overlijden werd vermeld. Heel af en toe liet hij daar namelijk zijn gezicht weleens zien. Maar ook daar vermeed hij al te veel menselijk contact - de enige met wie hij sprak was een andere vrijwilligster, die daar de functie van inkomensbeheerder vervulde. Maar helaas was zij op dit moment met vakantie. Er was een verzoek of er mensen zich vrij konden maken om donderdagochtend naar zijn begrafenis te gaan. Mijn vrouw en ik keken elkaar aan en constateerden, met een mengeling van verbazing en mededogen, dat er toch wel veel eenzamen waren. Hoe was het toch mogelijk dat iemand zo kon sterven? Met vrijwel geen vangnet, in alle eenzaamheid?
Gisteren belde, terwijl ik op het punt stond om onder de douche te gaan, mijn vriend, die pastor is. Hij verricht af en toe ook enige pastorale activiteiten voor De Open Hof en vertelde dat hem het verzoek had bereikt om de uitvaartdienst te leiden. 'Zou jij morgenochtend met mij mee willen gaan?' vroeg hij. 'Niet alleen om Jan de laatste eer te bewijzen, maar ook als morele ondersteuning, want het is de eerste keer dat ik zoiets moet doen.'
In eerste instantie weigerde ik. Ik zou toch eigenlijk op een diaconaal bezoek gaan? En een sollicitatiebrief schrijven? En de boodschappen komen er toch ook niet vanzelf? Maar terwijl ik onder de douche stond, begon mijn geweten steeds meer te knagen. Is het niet je plicht om een dode, ook al kende je hem niet en was hij totaal vereenzaamd, een waardig afscheid te gunnen? De doden begraven - dat is toch één van de werken van barmhartigheid? En dan - het kon geen toeval zijn dat mijn vriend de pastor juist mij daarvoor had gebeld. Ik draaide de doucheknop dicht, schoot mij in mijn kleren, belde direct mijn vriend de pastor en zegde hem toe dat ik er zou zijn.
In de aula van Algemeen Belang aan de Esdoornlaan troffen we elkaar. Het bleek dat Jan wel degelijk ergens had gewoond, want naast twee andere vrijwilligers van De Open Hof waren ook twee genabuurde echtparen komen opdagen, van wie één man af en toe contact had met Jan.
De witte kist werd binnengereden. Er klonk muziek. 'Er rijdt een trein naar niemandsland', 'Ooit zijn wij weer samen' en 'Vaarwel mijn vriend'. En hoewel ik over het algemeen smartlappen verafschuw, merkte ik dat het mij wel degelijk iets deed. Ik keek naar de andere aanwezigen. Ook zij waren licht ontroerd. Mijn vriend de pastor nam het woord. Hij schetste in het kort de levensloop van Jan. Geboren voor de oorlog, een leven dat met idealen begon maar werd stukgeslagen door de realiteit. Hij had zielsveel van zijn ouders gehouden en van zijn twee hondjes. Een tijdje geleden kreeg hij lymfklierkanker, die zich uitzaaide naar de hersenen. Afgelopen zaterdag werd hij door de ambulancebroeders in zijn huis aangetroffen in zijn eigen ontlasting. En zondagavond om kwart voor tien blies hij de laatste adem uit in het UMCG, zonder familie, zonder vrienden, slechts in aanwezigheid van een arts en een verpleegster. Mijn vriend de pastor las ook uit de Bijbel Psalm 139. 'HEER, u kent mij, u doorgrondt mij.' 'U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder.' 'Leid mij over de weg die eeuwig is.'
De tocht vanaf het gebouw van Algemeen Belang naar begraafplaats Selwerderhof was kort. Slechts acht personen volgden de kist van Jan. Bij het graf sprak mijn vriend de pastor nog de Apostolische Geloofsbelijdenis uit en bad hij het Onze Vader. En daarmee was de plechtigheid ten einde.
Ik weet niet of Jan christen was. Maar ik geloof in een hemel. En ik hoop dat God hem daar op schoot neemt en zegt: 'Kom maar bij mij, Jan. Je leefde in eenzaamheid, maar hier ben je nooit meer alleen.'
Er zal misschien geen steen op het graf van Jan komen. Maar ik hoop dat dit stukje toch iets van een monument mag zijn voor Jan Merenga, geboren 11 september 1937, overleden 31 augustus 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten